BBC Future
Een Victoriaanse Daedalus
James Glaisher. Zijn naam doet wellicht geen belletje rinkelen. Maar zijn vliegwerk zal je versteld doen staan. Want deze Brit heeft zichzelf bijna de dood ingejaagd voor de wetenschap. Glaisher wilde immers de geheimen van de hemel ontdekken. Op 5 September 1862 kroop hij, samen met collega Henry Coxwell, een kompas, een thermometer en zes vogels, in een luchtballon.
Stijgen deden ze door zand uit de mand te kieperen. Dalen gebeurde dan weer door lucht - nu ja, waterstof - te laten ontsnappen. Glaisher had al meermaals zulke vluchten gemaakt en leerde zo o.a. de Britse hoofdstad Londen op een andere manier kennen. Destijds was hij immers een van de weinigen die met een luchtballon de stad verkende.
Maar goed, terug naar 5 September 1862. Het luchtschip, gevuld met waterstof, bracht hen immers al gauw op ongekende hoogtes. Het dynamische duo - Glaisher en Coxwell - bereikte al gauw een hoogte van vijf mijl. Ongeveer acht kilometer. De temperatuur daalde tot -20° Celsius. Glaishers zicht verminderde. Coxwell begon de controle over zijn ledematen te verliezen. Het paar besefte dat ze moesten dalen. En snel. Maar dat lukte wegens technische moeilijkheden niet.
Gelukkig wist Coxwell een luchtklep te openen - Glaisher was inmiddels bewusteloos. De luchtballon daalde. Het duo schatte dat ze een hoogte van zo'n 11 mijl, of ongeveer 18 kilometer, bereikt hadden. Zo zetten ze een record: het was destijds de hoogste bemande vlucht.